Om na te gaan of u een pensioen tekort heeft, is het handig om te weten wat onder een goed pensioen, dus een pensioen zonder gaten, wordt verstaan.
Alhoewel de omschrijving van wat een goed pensioen is afhangt van uw persoonlijke omstandigheden en wensen, wordt met een goed pensioen meestal bedoeld dat u vanaf het moment dat u met pensioen gaat 70% van uw laatstverdiende bruto inkomen (inclusief de ingebouwde AOW) krijgt. Er zijn echter verschillende oorzaken die ervoor zorgen dat deze norm niet altijd gehaald wordt.
De belangrijkste oorzaken van een pensioen tekort staan hieronder vermeld:
- AOW-gat
- Middelloonregeling
- Premieregeling
- Scheiding
- Eerder met pensioen
- Pensioenvoorzieningen voor nabestaanden
- Tijdelijk stoppen met werken
- Later beginnen met werken
- Parttime werken
- Verandering van werkgever
- Wonen in het buitenland
- Werken als uitzendkracht of oproepkracht
- Werkloosheid/ontslag
- Provisie en Tantieme
- Leaseauto
- Pensioenreglement
AOW-gat
U wordt 65 en gaat met pensioen, maar uw partner is nog geen 65. U ontvangt dan maar de helft van de AOW, omdat uw partner nog geen 65 is. Op dit moment komt u dan in aanmerking een AOW-toeslag. De hoogte hiervan is afhankelijk van het inkomen van uw partner. Als uw jongere partner geen inkomen heeft, is de hoogte van de AOW-toeslag gelijk aan de individuele uitkering. Totaal krijgt u dus 100%.
In 2015 is echter de AOW-toeslag afgeschaft.
Dit betekent dat, als u geboren bent na 01 januari 1950 en u hebt een jongere partner, u geen recht meer heeft op de AOW-toeslag als u 65 jaar wordt. Of uw partner wel of geen inkomen geniet, doet niet terzake. U krijgt maar 50% AOW. In veel pensioenregelingen wordt er echter van uitgegaan dat u t.z.t. recht heeft op deze toeslag en dus een AOW-uitkering voor gehuwden krijgt. Uw totale pensioen kan daardoor op de pensioendatum fors tegenvallen. Uw maximale tekort bedraagt € 7.500 bruto per jaar (bedragen per 1-1-2002).
Middelloonregeling
Sterk in opmars zijn de zogenaamde middelloonregelingen die de bestaande eindloonregelingen vervangen. Anders dan bij de eindloonregeling is bij de middelloonregeling de hoogte van het inkomen dat u vanaf het begin tot het einde van uw diensttijd verdient bepalend voor de hoogte van uw pensioen. Het is dan dikwijls niet meer mogelijk om de norm van 70% te halen. Alle verdiende inkomens worden immers bij elkaar opgeteld en het gemiddeld verdiende inkomen is bepalend voor uw pensioen. De omvang van uw pensioentekort is dus vooral afhankelijk van het verloop van uw carrière binnen het bedrijf. Alleen indien u geen carrière maakt, zal uw pensioenschade beperkt zijn. Dikwijls bieden deze regelingen u de mogelijkheid om bij te verzekeren, maar dan wel volledig voor eigen rekening.
Premieregeling
Sterk in opkomst zijn de zogenaamde beschikbare premieregelingen. Bij dit type pensioenregeling is er vooraf geen zekerheid over de hoogte van het pensioen. Door jaarlijkse stortingen bij een verzekeraar bouwt u een eindkapitaal op waarbij de hoogte van het eindkapitaal wordt bepaald door de wijze waarop wordt belegd. Het risico is daarbij in principe geheel voor uw rekening. Met het eindkapitaal moet u t.z.t. een pensioen aankopen. Dat kan zowel mee- als tegenvallen omdat behalve het beleggingsresultaat ook de stand van de rente op uw pensioenadatum van invloed is op uw uiteindelijke pensioen. Bij een tegenvallend beleggingsresultaat en/of een lage rentestand kan uw pensioen weleens (veel) lager zijn dan u op grond van eerdere prognoses mocht verwachten. De beschikbare premieregeling heeft in elk geval voor uw werkgever het onmiskenbaar voordeel dat hij jaarlijks precies weet wat hij aan pensioenpremies kwijt is. Een aan u voorgerekend eindkapitaal heeft maar weinig betekenis omdat u niet kunt voorzien wat u dat aan het einde van de rit concreet aan (maandelijks) pensioeninkomen oplevert.
Scheiding
Scheiden of het beëindigen van een geregistreerd partnerschap of samenlevingscontract kan gevolgen hebben voor uw pensioen. De algemene regel is dat de ex-partner na echtscheiding automatisch recht heeft op de helft van het pensioen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd. Daarnaast heeft de ex-partner recht op het nabestaandenpensioen dat tot de datum van scheiding is opgebouwd. U kunt ook afspraken maken over een andere verdeling. De wet is niet dwingend. Bij huwelijksvoorwaarden of voorwaarden verbonden aan het partnerschap mag hiervan worden afgeweken. Door de dikwijls ongelijke inkomensverdeling en dito pensioenopbouw zal een scheiding voor één van de partner dikwijls leiden tot een pensioentekort.
Eerder met pensioen
Het is de bedoeling dat de AOW en het pensioen opgebouwd via de werkgever samen een inkomen geven op 65 jarige leeftijd van 70% van het laatstverdiende of gemiddelde bruto salaris. Uitgangspunt hierbij is dat u dan vanaf uw 25e tot uw 65e jaarlijks 1,75% van uw bruto salaris als premie aan uw pensioenfonds betaalt. Na 40 jaar werken ontvangt u 40 x 1,75% = 70% van uw bruto salaris (inclusief de ingebouwde AOW). Elk jaar dat u later begint of eerder stopt betekent dat u minder pensioen opbouwt. De periode tot uw pensioendatum zult u zelf financieel moeten overbruggen, tenzij u een prepensioen ontvangt. Pas vanaf uw 65e ontvangt u AOW. Een goede vuistregel is dat u voor ieder jaar dat u voor uw 65e stopt, ongeveer 7% aan pensioen moet inleveren.
Pensioenvoorzieningen voor nabestaanden
Tot voor kort was het gebruik dat u naast uw ouderdomspensioen ook een nabestaandenpensioen opbouwde. Inmiddels is in een toenemend aantal pensioenregelingen de financiering van het nabestaandenpensioen omgezet in een risicoverzekering. Zolang u blijft deelnemen aan de pensioenregeling bent u verzekerd, maar overlijdt u na uw pensionering of gaat u naar een andere werkgever, dan ontvangt uw partner geen nabestaandenpensioen. Er kan dan dus geen waarde voor het inkopen van een nabestaandenpensioen worden overgedragen. Soms kunt u bij pensionering een pensioen voor uw partner verzekeren door een deel van uw ouderdomspensioen in te leveren. Een tekort in inkomen voor uw nabestaande kunt u tegen relatief lage kosten afdekken door het afsluiten van een overlijdensrisicoverzekering.
Tijdelijk stoppen met werken
Wanneer u uw loopbaan tijdelijk (of gedeeltelijk) heeft onderbroken om voor de kinderen te zorgen, of bijvoorbeeld voor een ziek familielid, dan bouwt u over die jaren geen pensioen op.
Later beginnen met werken
Pensioenreglementen gaan er over het algemeen vanuit dat u begint met de opbouw van uw pensioen op 25-jarige leeftijd. Indien u later begint met werken, bouwt u over minder jaren pensioen op. Dit leidt tot een pensioentekort.
Parttime werken
Uw pensioenaanspraken worden lager door het werken in deeltijd. U bouwt immers over een lager salaris pensioen op.
Verandering van werkgever
Bent u tijdens uw loopbaan overgestapt naar een andere werkgever, dan is de kans groot dat u ook in een andere pensioenregeling wordt opgenomen. Pensioenregelingen sluiten echter bijna nooit goed op elkaar aan, waardoor er al snel een pensioenbreuk ontstaat. Gaat u bovendien meer verdienen bij uw nieuwe werkgever, dan bouwt u in ieder geval te weinig pensioen op.
Wonen in het buitenland
Als u tussen uw 15e en 65e levensjaar uitsluitend in Nederland heeft gewoond, bent u onafgebroken verzekerd geweest voor de AOW. Elk verzekerd jaar bouwt u 2% op van uw AOW-pensioen, zodat u na 50 jaar op 100% komt. Als u tussen uw 15e en uw 65e in het buitenland heeft gewoond, dan wordt u gekort op de AOW-uitkering. Voor ieder jaar dat u gedurende deze periode niet in Nederland heeft gewoond, levert u 2% van het AOW-bedrag in. Bent u op latere leeftijd in Nederland komen wonen of heeft u een aantal jaren in het buitenland gewerkt, dan heeft u dus minder AOW-inkomsten. U krijgt dan op uw 65e geen volledig AOW-pensioen.
Werken als uitzendkracht of oproepkracht
Soms wordt u als uitzendkracht of oproepkracht uitgesloten van pensioenopbouw.
Werkloosheid/ontslag
Het kan ons allemaal overkomen. In tijden van economische recessie is het aan de orde van dag. Gedwongen ontslagen, inkrimpende bedrijven en zelfs faillissementen. Maar ook in gunstige economische tijden kunt u plots worden geconfronteerd met een gedwongen ontslag. Als u werkloos wordt, stopt in principe de opbouw van uw ouderdomspensioen via de werkgever en loopt u meestal een pensioenbreuk op. Er wordt dan immers geen pensioenpremie betaald en er vindt dus geen pensioenopbouw plaats. Veel mensen hebben daarnaast ook een eigen voorziening getroffen, bijvoorbeeld een lijfrentepolis of een koopsom. Het is verstandig om te (laten) uitzoeken of uw privé-voorzieningen nog wel passen bij de nieuwe omstandigheden.
Zorg voor uw nabestaanden
Voor de inkomensvoorzieningen van uw nabestaanden is het vaak iets beter geregeld. Indien u een nabestaandenpensioen heeft verzekerd binnen uw pensioenregeling blijft deze dekking ook doorlopen na een ontslag. U moet er wel rekening mee houden dat het verzekerde bedrag sterk zal worden verlaagd. Dat komt omdat u veel minder pensioen kunt opbouwen dan oorspronkelijk beoogd. Ook na een ontslag blijft u gewoon verzekerd voor de Algemene Nabestaanden Wet.
Provisie en tantième
De meeste pensioenregelingen houden geen rekening met inkomsten zoals provisie, tantième en winstdeling. Dit betekent dat u er na uw pensioen behoorlijk op achteruit kunt gaan, zeker als uw loon voor een groot gedeelte bestaat uit variabele inkomsten.
Leaseauto
Door de fiscale bijtelling bij uw inkomen ontstaat een hoger inkomen. Voor uw pensioenvoorziening wordt hier geen rekening mee gehouden. Fiscaal gezien ontstaat hierdoor een extra aftrekmogelijkheid.
Pensioenreglement
In sommige gevallen komt u niet aan 70% van uw laatste loon vanwege bepalingen in het reglement van uw pensioenuitvoerder. Heeft u bijvoorbeeld een pensioen op basis van middelloon en heeft u flink carrière gemaakt, dan komt u tekort. Ook door bepalingen over indexering, een maximum aan de pensioengrondslag en een te hoge franchise kunt u in de problemen komen.