De AOW is een collectief basispensioen, beschikbaar voor elke Nederlander vanaf 65 jaar en vormt de basis van uw oudedagsvoorziening. De AOW is inkomensonafhankelijk, maar wel afhankelijk van het aantal jaren dat iemand in Nederland heeft gewoond. U heeft recht op een volledig AOW-pensioen als u van hun 15e tot 65e levensjaar verzekerd bent geweest. Voor ieder jaar dat u in die periode verzekerd bent geweest, bouwt u het AOW-pensioen met 2% op. Voor ieder jaar dat u niet verzekerd was, bijvoorbeeld door verblijf of werk in het buitenland, wordt in principe 2% op de AOW-uitkering gekort.
Overigens is het sinds 1 januari 2001 mogelijk om AOW vrijwillig bij te verzekeren bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Zou uw inkomen vanwege een onvolledige AOW-verzekering en een gebrek aan andere inkomensbronnen onder het bestaansminimum uitkomen, dan heeft u recht op Bijstand.
Hoogte AOW
De AOW is een vast bedrag dat maandelijks wordt uitbetaald, maar de hoogte van het bedrag dat u aan AOW ontvangt hangt af van uw persoonlijke situatie. De bedragen variëren voor:
- Alleenstaanden
De AOW voor alleenstaanden bedraagt per maand ongeveer 70% van het nettominimumloon. Het pensioen voor alleenstaanden bedraagt € 930,17 bruto per maand. Daarbij komt € 46,20 bruto per maand aan vakantietoeslag. (Bedragen per 1 mei 2005, per 1 juli 2005 ongewijzigd.) De vakantietoeslag wordt in mei uitbetaald - Eenoudergezinnen
De AOW voor een alleenstaande ouder bedraagt per maand ongeveer 90% van het minimumloon. Alleenstaande ouder bent u als u een kind heeft onder de 18 jaar voor wie u kinderbijslag ontvangt en dat niet tot het huishouden van iemand anders behoort. Het pensioen voor alleenstaande ouders bedraagt € 1149,32 bruto per maand. Daarbij komt € 59,41 bruto vakantietoeslag per maand. (Bedragen per 1 mei 2005, per 1 juli 2005 ongewijzigd.) De vakantietoeslag wordt in mei uitbetaald. - Gehuwden (ook geregistreerde partners en samenwonenden)
De AOW voor gehuwden bedraagt per maand ongeveer 50% van het minimumloon. Mensen die een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan en ongehuwden die een gezamenlijke huishouding met iemand anders voeren worden gelijkgesteld met gehuwden. U voert een gezamenlijke huishouding als u met één andere meerderjarige persoon anders dan uw kind een woning deelt en allebei een bijdrage levert in de kosten van de gezamenlijke huishouding of op andere wijze voor elkaar zorgt. Het pensioen voor een paar samen bedraagt € 1269,06 bruto per maand. Als u en uw partner beiden 65 jaar of ouder zijn, krijgt u dus samen een AOW-uitkering van 100% van het netto minimumloon. De vakantietoeslag is € 66,02 bruto per maand. (Bedragen per 1 mei 2005, per 1 juli 2005 ongewijzigd.) De vakantietoeslag wordt in mei uitbetaald.
Partnertoeslag
Als u 65 wordt en u bent getrouwd of woont samen met een partner die nog geen 65 is, dan ontvangt u maar de helft van de AOW (50 % van het minimumloon), waardoor uw gezamenlijk inkomen tijdelijk lager kan uitvallen. In dat geval kunt u momenteel in aanmerking komen voor een partnertoeslag. De hoogte van deze AOW-toeslag is afhankelijk van het inkomen van uw partner en bedraagt maximaal 50% van het netto minimumloon.
Maar let op! Vanaf 2015 wordt de AOW-toeslag afgeschaft.
Dit betekent dat, als u geboren bent na 01 januari 1950 en u heeft een jongere partner, u geen recht meer heeft op de AOW-toeslag als u 65 jaar wordt. Of uw partner wel of geen inkomen geniet, doet niet terzake. U krijgt dan maar 50% AOW tot het moment dat ook uw partner 65 wordt. Het wegvallen van deze toeslag wordt het AOW-gat of AOW-hiaat genoemd. Uw totale pensioen kan daardoor op de pensioendatum fors tegenvallen. Uw maximale tekort bedraagt € 7.500 bruto per jaar (bedragen per 1-1-2002). Voor mensen die op dit moment een partnertoeslag ontvangen, verandert er niets. En ook als u vóór 1 januari 1950 bent geboren, wordt de toeslag gewoon uitgekeerd tot de jongste partner 65 jaar wordt en zelf AOW ontvangt.
Uitvoerende instantie
De AOW wordt uitgevoerd door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en de hoogte ervan is gekoppeld aan het minimumloon. Een AOW-pensioen is dus een inkomen op minimumniveau. Gelukkig kunnen de meeste mensen voor hun oudedagsvoorziening rekenen op inkomsten door het opgebouwde pensioen via de werkgever of door eigen aanvullingen. De AOW wordt grotendeels gefinancierd volgens het zo geheten omslagstelsel. Dat betekent dat de werkende bevolking tot 65 betaalt voor degenen die 65 jaar en ouder zijn. Om te voorkomen dat de AOW vanwege de vergrijzing onbetaalbaar zou worden, is in 1996 een AOW-fonds opgericht. De overheid stort jaarlijks bijdragen in dit fonds. Op deze manier wordt gespaard voor de toekomstige lastenstijging de AOW. AOW moet u aanvragen. Zes maanden voor uw 65e verjaardag krijgt u automatisch een aanvraagformulier van de Sociale Verzekeringsbank.
Toekomst AOW
Door de vergrijzing van de bevolking, zullen er binnenkort meer 65+ers zijn dan werkenden. De AOW in haar huidige vorm zal dan waarschijnlijk niet meer te betalen zijn. In kranten en in de politiek wordt dan ook gespeculeerd over (gedeeltelijke) afschaffing van de AOW. Er zijn verschillende scenario’s voor beperking van de AOW in de toekomst:
- loslaten van de koppeling van de hoogte van de AOW aan het minimumloon
- beperken / opheffen van de indexering van de AOW
- beperking van de AOW tot 65+ers die geen andere pensioenvoorziening hebben
- verhogen van de pensioenleeftijd tot 67 jaar
- afschaffen van de AOW